Zo ben je de trucjes van fabrikanten te slim af
Geloof niet alles wat fabrikanten op hun verpakkingen zetten. Dat is de les die we vandaag weer kunnen trekken. Maar hoe ben je de trucjes van de fabrikanten te slim af? Vijf tips.
Vitamineclaims op verpakkingen van koekjes en energiedrankjes. Teksten als: ‘Geeft meer energie!’. En woorden als ‘duurzaam’ en ‘biologisch’. Fabrikanten zetten van alles op hun producten om maar te verkopen. “Maar vaak is het grote onzin”, weet voedingswetenschapper Jaap Seidell.
Loze kreten
“Zolang je niet liegt, mag je in principe alles op verpakkingen zetten. Maar pas op: vaak slaan de loze kreten nergens op”, stelt Seidell.
Zo staat er bijvoorbeeld op verpakkingen van koekjes of energiedrankjes dat er vitaminen in zitten, waardoor het kopen van verkeerd voedsel wordt gestimuleerd. “Geloof het niet, maar gebruik je gezond verstand.”
Tips
Hoe? Vijf tips om de trucjes van fabrikanten te slim af te zijn en er zeker van te zijn dat je een gezond product in handen hebt.
1. Sla de voorkant van verpakkingen altijd over
“Op de voorkant van het product mag de fabrikant in principe smijten met allerlei termen. ‘Verantwoord product’. ‘Geeft meer energie’. ‘Biologisch en gezond’. Let niet op deze reclameslogans. Sla de voorkant over, maar kijk op de achterkant van het product. Een etiket moet immers aan allerlei regels voldoen.
2. Zo ontcijfer je een etiket
Fabrikanten zijn verplicht om hun producten te voorzien van een etiket. Ze doen er alles aan om ervoor te zorgen dat we het etiket juist níét begrijpen. Ze gebruiken ingewikkelde termen, bedenken andere namen voor gekke E-nummers en kiezen de allerkleinste lettertjes.
Waar je op moet letten? “Allereerst op de toegevoegde suikers. Daar mogen er echt niet te veel van in zitten. Het liefst helemaal geen toegevoegde suikers.” Een vuistregel voor het herkennen van suiker op etiketten: alle woorden die eindigen op ‘ose‘ (glucose, fructose, dextrose etc.) Alles wat eindigt op ‘stroop‘, (‘siroop‘, ‘honing‘ of ‘nectar‘) En natuurlijk alles wat eindigt op ‘suiker’ (melksuiker, rietsuiker, basterdsuiker’).
Verder is het zoutgehalte belangrijk. “Eet niet te veel zout.”
3. Wees niet naïef met calorieën
Fabrikanten zijn dol op goochelen, weet Seidell. “Zo schrijft de ene fabrikant het aantal calorieën per 100 gram. Maar een ander kiest weer voor porties. Hoeveel zo’n portie is, is vaak onduidelijk.” Zo beschouwt de Albert Heijn één blokje kaas als een portie, terwijl de Lidl 4 blokjes als één portie ziet. En ook met een Twix kun je goed de mist ingaan. De fabrikant ziet 1 reepje als 1 portie, maar de consument denkt dat de twee repen 1 portie is.
4. Lange etiketten zijn een slecht teken
Als er op een etiket een hele rij aan ingrediënten staat, is dat een slecht teken. Seidell: “Dikke kans dat je troep in handen hebt. Een lang etiket betekent dat het product sterk is bewerkt, met allerlei E-nummers en andere toevoegingen.”
5. Pas op met producten speciaal voor kinderen
“Koekjes en drankjes speciaal voor kinderen zijn het het minst gezond. Fabrikanten proberen met felle kleuren, leuke plaatjes en lekkere slogans producten aan kinderen te verkopen. De ervaring leert dat dit heel ongezonde producten zijn. Check het etiket: het barst vaak van de kleur- en smaakstoffen. Gebruik je gezond verstand.”